Met het nieuwe schooljaar in het verschiet liggen de winkels weer vol schoolspullen. Maar de aanschaf van een nieuwe schooltas, etui of paar gymschoenen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. 3 op de 10 kinderen (32%) gaat in te kleine schoenen naar school, zo blijkt uit recent onderzoek van Bristol. Voor hen komen Bristol en Kinderhulp in actie met de campagne ‘In my shoes’.

Bristol campagne

Nieuw schooljaar, nieuwe kosten

Stijgende energierekeningen en extreme inflatie zorgen ervoor dat steeds meer mensen en (eenouder)gezinnen in financiële problemen terechtkomen. Ook de komst van een nieuw schooljaar brengt traditiegetrouw nieuwe kosten met zich mee. Bijna de helft van de ouders (43%) geeft aan in september extra op de uitgaven te moeten letten om schoolbenodigdheden te kunnen kopen.

Kleine schoenen, grote gevolgen

Ruim de helft van de ouders (58%) zegt te schrikken van de hoeveelheid geld die ze bij de aankoop van nieuwe schoenen kwijt zijn. Een even groot aandeel (60%) zegt dat dit een flinke hap is uit hun budget. 4 op 10 van de ouders zegt de aankoop van nieuwe schoenen voor z’n kinderen zelfs wel eens uitgesteld te hebben omdat ze op dat moment niet genoeg geld hadden (42%).

Dat brengt gevolgen met zich mee. Volgens onderzoek geeft ongeveer de helft van de ouders (47%) aan dat hun kind wel eens in kapotte of versleten schoenen naar school ging. Bijna 1 op de 4 ouders geven aan dat hun kind om die reden gepest of uitgelachen werd op school (25%).

Een zoektocht naar oplossingen

Om de kosten te drukken kijken ouders vaak naar de mogelijkheid om schoenen onderling door te geven. Zo geeft de meer dan de helft van de ouders aan dat het niet ongebruikelijk is dat hun kinderen de oude schoenen van hun grotere broer of zus overnemen (57%), terwijl ook meer dan 4 op de 10 ouders (45%) aangeven ook schoenen van een kind buiten het gezin over te nemen.

4 op de 10 ouders wacht met het kopen van kinderschoenen tot deze in de uitverkoop gaan (41%), om zo geld te besparen. Tot slot geeft 6 op de 10 ouders aan schoenen voor hun kinderen te kopen op de groei (57%), waarna de extra ruimte in de schoenen wordt gecompenseerd met dikke sokken of een extra zooltje.

We laten de moed niet in de schoenen zinken

Ruim twee derde van de ouders geeft aan dat kinderarmoede een gigantisch probleem is in Nederland (69%). Jammer genoeg wordt er nog altijd te weinig aandacht aan besteed. Daarom slaan Belgisch familiebedrijf Bristol en Kinderhulp de handen in elkaar. Samen geven we gezinnen die het financieel moeilijk hebben dit schooljaar een financieel én mentaal duwtje in de rug met de campagne ‘In my shoes’.

Van 24 augustus tot en met 18 september schenkt Bristol voor elk paar verkochte leren kinderschoenen 5 euro aan Kinderhulp, om zo gezinnen die moeite hebben om rond te komen te steunen.

Een gezicht geven

Daarnaast verzamelde Bristol pakkende getuigenissen. Levensverhalen van mensen die met armoede kampen. Om zo ook een gezicht te geven aan een probleem dat maar al te vaak achter gesloten deuren blijft. Zoals het verhaal van vader Jeffrey. De toeslagenaffaire raakte zijn gezin genadeloos hard. “Ik heb jarenlang in dezelfde kleding gelopen, maar dat boeide me eigenlijk helemaal niet. Als mijn zoontje maar een goede spijkerbroek had.”

Meer weten over de campagne? En de verhalen van Jeffrey, Desirée, Maarten, Nasrien en Nicole beluisteren? Lees en luister hier verder.

Lees en luister verder op de 'In my shoes' campagnepagina

Over Bristol

Bristol is een familiebedrijf dat al meer dan een halve eeuw mode en schoenen aanbiedt aan alle gezinnen in België en Nederland, voor mensen van alle leeftijden. Bristol maakt met veel liefde en respect voor haar producten en omgeving, kwalitatieve schoenen en kleding, en verkoopt die aan een toegankelijke prijs. Iedereen is welkom in de meer dan 200 makkelijk bereikbare en gezinsvriendelijke winkels in België en Nederland.

*Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van TEAM LEWIS en Bristol tussen 9 en 17 augustus 2022 bij 1.000 Nederlandse ouders van kinderen tussen 3 en 18 jaar. De maximale foutenmarge bij 1.000 Belgen bedraagt 3,02%. Als er in dit rapport verwezen wordt naar ouders gaat het dus om Nederlandse ouders van schoolgaande kinderen tussen 3 en 18 jaar.