Af en toe “nee” horen is onderdeel van een goede opvoeding. Maar 300.000 kinderen in Nederland die opgroeien in armoede horen vaak ‘nee’. Uit onderzoek van Nationaal Fonds Kinderhulp onder 700 ouders met een laag inkomen is gebleken dat 37 procent van hen regelmatig iets niet kan kopen, terwijl hun kind dit eigenlijk nodig heeft. Bij alleenstaande ouders ligt dit met 45,8 procent nog een stuk hoger. En de ‘nee’ heeft op zowel ouder als kind een grote impact. Beide ervaren stress en schaamte, met vaak ook gevolgen voor de sociale ontwikkeling van het kind.
Vooral het kopen van een fiets is voor ouders met een laag inkomen een te grote kostenpost, net als het aanschaffen van kleding (26,8%). Ook als er schoenen (24,7%) of schoolspullen (17,7%) nodig zijn moeten deze ouders soms “nee” zeggen. “Het is zo schrijnend als een kind in de winter nog in een dun jasje loopt of geen fiets heeft om samen met vriendjes en vriendinnetjes op pad te gaan. Dat gevoel om er niet bij te horen heeft een enorme impact.”, zegt Jan Wezendonk, directeur Kinderhulp, bezorgd.
Lastigste momenten
Als ouder gun je je kind de wereld en wil je ze alles geven wat ze nodig hebben. “Ze verheugen en genieten altijd zo van speelgoed of dagjes uit. Dat gun je ze.”, zegt een moeder. Als dit niet kan, is dat moeilijk voor ouders. “Mijn kinderen zijn nu boven de 18, maar ik heb het wel lastig gevonden dat ik ze niet alles heb kunnen geven”. Het blijkt het moeilijkste te zijn om “nee” te zeggen wanneer het kind vraagt om nieuwe schoenen (31,1%), een dagje uit (28%) en het geven van een kinderfeestje (23,9%). 61% van de ouders met een laag inkomen geeft aan dat zij stress ervaren wanneer zij nee moeten zeggen. “Als moeder voelt het als falen”. 48% van hen geeft tevens aan dat ze zich schamen wanneer zij hun kind niet kunnen geven wat hij of zij nodig heeft.
De impact van nee
De meeste ouders (60%) denken dat kinderen het doorhebben dat er thuis niet veel geld is. Ze geven aan dat de kinderen hen proberen gerust te stellen door te zeggen dat ze het begrijpen en dat ze het niet erg vinden. Toch denkt 57% van de ouders dat een krappe financiële situatie wel degelijk invloed heeft op de kinderen binnen het gezin. Kinderen voelen zich volgens hen achtergesteld en minder waard dan kinderen die meer geld hebben. Bijvoorbeeld omdat ze niet mee kunnen op schoolreisje, geen dagje uit kunnen of geen nieuwe kleren kunnen kopen. Op school hebben ze moeite om mee te doen, ze horen er niet altijd bij en schamen zich. 43% van de ouders met een laag inkomen denkt dat dit een negatieve invloed heeft op de sociale ontwikkeling van het kind. “Ze voelen zich erg onzeker en verzinnen al smoesjes om niet naar een verjaardag te gaan of hun verjaardag te vieren. Ze hebben geen onbezorgde jeugd.” Daarnaast voelen kinderen de stress van ouders vaak goed aan. Dat kan hen bezorgd, verdrietig of angstig maken.
34,5% van de ouders denkt dat hun kind minder kansen krijgt om mee te doen in de samenleving. “Het is voor hen “normaal” geworden, maar toch kunnen zij nooit eens iets nieuws laten zien aan vrienden en vriendinnen. Kinderen op school die vertellen over hun vakantie, terwijl zij dat niet kunnen. Niet mee kunnen met school excursies en altijd een alternatief programma moeten volgen”. 29% vreest dat het ook gevolgen heeft voor de emotionele ontwikkeling van het kind. “Het resultaat is wel dat ze nu waarderen wat ze hebben, maar ze hebben ook veel moeten doorstaan. Zoals onbegrip van klasgenoten en zelfs leerkrachten als er bijvoorbeeld niet zomaar bijgedragen kon worden voor die ene BBQ. Dat heeft psychologisch wel wat sporen achtergelaten”. Een aantal ouders geeft aan dat de kinderen er ook wat van kunnen leren, bijvoorbeeld om op een goede manier om te gaan met hun geld.