Kasper van Kooten – ambassadeur van Kinderhulp – klimt ieder kwartaal in de pen over kinderarmoede. “Mijn wens is dat een kind nooit geïsoleerd hoeft te raken door leven in armoede”, zo schrijft hij in zijn column in de Libelle deze week.
“Mijn dochter (6) keek in december naar Scrooge Live en zag dat papa ineens vier andere kinderen had en arm was. Dat begreep ze, want ‘acteren is papa’s werk’ en dan kan dat zomaar. De volgende dag ging ze meteen tekeningen maken voor kinderen die niet zoveel hebben. De kunstwerkjes werden aan vrienden en familieleden gegeven in ruil voor een centje dat mama dan ging overmaken naar Kinderhulp. Het besef dat andere kinderen soms minder geluk hebben dan zij drong speels maar duidelijk tot haar door.
Deze papa snapt op zijn negenenveertigste pas dat er in Nederland schrikbarend veel kinderen opgroeien in armoede. Veel meer dan toen ik zelf jong was, of althans waarvan ik mij toen bewust was. In mijn gelukkige, rijke jeugd zag ik natuurlijk wel andere kinderen drie seizoenen met een paar voetbalschoenen doen of de afgetrapte fiets van hun oudere zus krijgen, maar verder was er weinig benul. De kloof tussen arm en rijk wordt ook in Nederland groter en groter. Nou wil ik niet de ‘politicus in verkiezingstijd’ uithangen maar wel uitleggen waarom ik ambassadeur voor Kinderhulp geworden ben.
“Het besef dat andere kinderen soms minder geluk hebben dan zij drong speels maar duidelijk tot haar door.”
Na een paar pittige jaren, zowel op zakelijk als op privé vlak, verdampten door de coronamaatregelen vorig jaar ook nog eens mijn geplande theatertours. Ik zag mij genoodzaakt om m’n huis te verkopen en in een flat te gaan wonen. Ho, wacht: we zijn niet zielig want het is een heel fijn appartement en we hebben genoeg te eten, zijn gezond en gelukkig, kunnen op vakantie (als dat zou mogen) en mijn dochter heeft net een nieuwe fiets.
Er zijn echter ook kinderen die in een flatje wonen waarvan de huur nauwelijks betaald kan worden, zodat er niets overblijft voor een fiets, leuke gympen die vriendjes ook hebben, een uitje naar een pretpark of een broodnodige laptop om schoolwerk op te kunnen doen. Dit zijn maar een paar voorbeelden van alles wat er dan niet kan. Voor een kind kan dit het begin van sociaal isolement of zelfs uitsluiting zijn. Schaamte speelt daarbij een grote rol. Wat dat met het ongerepte kinderbrein doet kunnen wij ons maar moeilijk voorstellen. Mijn wens is dat een kind nooit geïsoleerd hoeft te raken door leven in armoede, of het nu vijf is of net eindexamen doet.
Daarom steun ik Kinderhulp. Jij?” – Kasper van Kooten, ambassadeur van Kinderhulp
Deze column is te lezen in Libelle nr. 22 (mei 2021) en op libelle.nl.