Het is bijna winter. De dagen worden korter, natter en de koude wind bijt in je wangen. Kinderen haasten zich ’s ochtends naar school, diep weggedoken in hun warme jassen. Maar zo’n lekkere warme jas is voor tienduizenden kinderen niet vanzelfsprekend. Voor hen is goede winterkleding geen zekerheid maar een luxe. En dat heeft grote gevolgen, zowel op sociaal, emotioneel als fysiek vlak.  

Het laatste onderzoek van Nationaal Fonds Kinderhulp laat een confronterend beeld zien: terwijl de meeste gezinnen het goed hebben, of nét redden, zijn er ook tienduizenden kinderen voor wie passende kleding er deze winterperiode niet bij is. Dit kan letterlijk het verschil maken tussen zorgeloos spelen en afgeleid raken door de pijnlijke kou. Tussen meedoen en buitengesloten worden. Tussen zelfvertrouwen en schaamte. 

Wanneer kleding tekortschiet 

De meeste ouders (96%) kunnen hun kinderen deze winter voorzien van noodzakelijke kleding. Maar voor gezinnen die financieel tekortkomen is dit totaal anders. Ruim één op de vijf van deze gezinnen kan komende winter geen winterjas kopen. Geen jas, precies dat kledingstuk dat een kind beschermt tegen kou, regen en wind. En het gaat niet alleen om jassen, want 15% kan geen trui kopen, 12% geen broek, 12% geen ondergoed en 11% geen schoenen.  

Het gaat dus om basisbehoeften. Kleding die elk kind zou moeten hebben, onafhankelijk van hoeveel geld er thuis te besteden is. In gezinnen die wél goed kunnen rondkomen, komen dit soort problemen vrijwel niet voor. Maar voor wie elke maand de dubbeltjes moet omdraaien stapelen de zorgen zich op, elke dag opnieuw. 

De onzichtbare pijn achter niet-passende kleding

Acht op de tien ouders denken dat hun kind geen last heeft van niet passende kleding. Maar gezinnen met geldzorgen vertellen een heel ander verhaal. Kinderen uit deze gezinnen ervaren veel vaker negatieve gevolgen van niet passende kleding. Hier voelt 13% zich sociaal buitengesloten en 17% voelt zich schuldig wanneer ze iets nieuws nodig hebben. Ook voelt 16% zich onzeker door hun kleding en 13% schaamt zich.

10% van deze kinderen voelt fysieke pijn door te kleine kleding of schoenen.

Cijfers doen hier tekort, want we hebben het hier over echte kinderen die dagelijks rondlopen met knellende schoenen, te dunne jassen of broeken die boven hun enkels eindigen, en daar bovenop een gevoel met zich meedragen dat zij anders zijn dan de rest. Zo vertelt een moeder over haar kind: “soms durft hij niet te gaan spelen omdat hij zich schaamt voor zijn oude kleding”. Een ander kind kiest er bewust voor om te krappe voetbalkleding te blijven dragen: “Het past eigenlijk niet meer, maar hij vindt het zo mooi. En iets nieuws zit er niet in.” Sommige kinderen blijven zelfs vaker thuis. Niet omdat ze geen zin hebben, maar omdat hun kleding hen letterlijk tegenhoudt. 

En ouders? Die kijken toe, balancerend tussen wanhoop en schuldgevoel, wetend dat ze hun kind niet kunnen geven wat eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn. 

De druk van buitenaf

Armoede gaat niet alleen over geld. Het gaat ook over meedoen. Op school is passende kleding nog belangrijker. Kinderen merken het haarscherp wanneer iemand “afwijkt” van de norm. Eén ouder verwoordde het zo: “Mijn zoon van 8 voelt de druk. Hij voetbalt niet eens, maar wil wel dure voetbalkleding dragen om erbij te horen.”

Wanneer besparen een pijnlijke keuze wordt

Iedere ouder wil zijn kind beschermen. Maar soms moet er gekozen worden tussen noodzakelijke kosten in een wereld waarin alles duurder wordt. 

Uit het onderzoek blijkt dat 81% van alle ouders zou besparen op speelgoed als het echt moet. Maar ouders met financiële problemen moeten veel vaker besparen op zaken die eigenlijk niet onderhandelbaar zouden mogen zijn. Zij besparen bijvoorbeeld ruim twee keer zo vaak op brillen of contactlenzen en meer dan dubbel zo vaak op de tandarts of orthodontie. 

Stel je voor: een kind dat slecht ziet, maar nog een jaar moet wachten op een nieuwe bril. Een kind dat pijn heeft aan zijn gebit, maar waar de tandartsrekening te hoog is. En dan moet er óók nog gekozen worden tussen warme kleding of überhaupt kleding die past. Ouders vertellen dat zij zelf niks nieuws meer kopen zodat hun kinderen tenminste iets hebben dat een beetje fatsoenlijk is. “De kinderen gaan voor,” zegt een ouder, een zin die bijna alle ouders in moeilijke situaties uitspreken. 

De échte gevolgen: schaamte, ziekte en sociaal isolement

Onder de open antwoorden van ouders die het financieel zwaar hebben, komen steeds dezelfde thema’s terug: “Het is zwaar en lastig.”, “Ze worden ermee gepest.”, “Het wordt ontzettend onderschat.”, “Ze kunnen ziek worden door te weinig of te dunne kleding.” De gevolgen zijn langdurig. Schaamte blijft hangen. Onzekerheid nestelt zich diep. En het gevoel van ‘minder zijn’ draag je jaren mee. 

Laat geen kind in de kou staan

En toch: te midden van al deze moeilijke verhalen klinkt ook een krachtig geluid: veel ouders doen alles wat ze kunnen. Ze kopen tweedehands, ruilen kleding, kopen pas als iets echt niet meer past, besparen op zichzelf. Ze willen maar één ding: dat hun kinderen zich gezien en gelijkwaardig voelen. 

Maar sommige gezinnen redden het simpelweg niet alleen. Daarom bestaat de campagne Geef ze warmte. Niet om medelijden op te roepen, maar om het verschil te maken. Om een kind te laten voelen dat het erbij hoort. Om een ouder ademruimte te geven. Om een gezin de winter door te helpen, letterlijk en figuurlijk. 

Want warmte gaat niet alleen over temperatuur. Warmte gaat over waardigheid. Over meedoen. Over het gevoel dat iemand naar je omkijkt. 

Samen kunnen we dit verschil maken

Er zijn kinderen in Nederland die deze winter geen warme jas hebben. Geen passende schoenen. Geen passend ondergoed. Kinderen die zich schamen, pijn hebben of thuisblijven vanwege kleding. Maar het hoeft niet zo te zijn. Niet als wij samen in actie komen. 

Met jouw steun kan Kinderhulp ervoor zorgen dat elk kind deze winter warm en waardig naar school gaat. Geef ze het gevoel dat ze ertoe doen. Geef ze een winter waarin ze mee kunnen doen. Geef ze warmte. 

Leestips